Een keur aan elektrische bedrijfswagentjes en bezorgfietsen zou de binnensteden een volledige make-over geven. Maar nu de invoering van zero-emissiezones echt dichtbij komt, is er van een hausse in het elektrisch vervoer nog geen sprake.
Met een scherpe bocht draait het knalblauwe Spijkstaal-wagentje langs een wegopbreking en zoeft de Voorstraat in Spijkenisse in. Tot twaalf uur mogen voertuigen nog het dorpscentrum in om goederen en spullen af te leveren. Even verderop in de winkelstraat stuit het elektrische vrachtwagentje op een grote dieselbus van een pakketbezorger. Met passen en meten kunnen de twee net langs elkaar heen.
‘Dit is precies waar het om gaat. De centra raken vol met bestelbussen, de ruimte is beperkt. Daar zijn deze kleine, compacte wagens voor’, zegt adjunct-directeur Geoffrey Jacobs van Spijkstaal. Het bedrijf – oorspronkelijk afkomstig uit Spijkenisse, maar nu een paar kilometer verderop gevestigd in Hoogvliet – maakt al tachtig jaar elektrische voertuigen, zoals de vroegere rijdende SRV-supermarkt.
Sinds afgelopen zomer verkoopt het bedrijf een zogenoemde light electric vehicle voor vrachtvervoer, de Iona xs, die snel genoeg is om bijvoorbeeld over de Amsterdamse of Rotterdamse ringweg te rijden, maar die ook the last mile kan afleggen, het laatste stukje naar de winkel of de klant in gebieden waar binnenkort alleen nog voertuigen mogen komen die geen schadelijke stoffen uitstoten. Ze zijn bedoeld voor de ondernemers in de stad, zoals de bloemist en de bakker, die nu nog in bestelauto’s rijden.
Groeimarkt
Toch valt de verkoop nog niet mee. Zo’n zestig rijden er nu van rond. In een loods in de Rotterdamse Waalhaven staan nog 55 elektrische wagentjes klaar voor directe levering. ‘We hadden op 10% groei gerekend, maar dat halen we nu nog niet’, zegt Jacobs.
Zorgen maakt hij zich daar niet over. Spijkstaal is vooral sterk in de elektrische wagentjes en trekkers die op vliegvelden, veilingen en in grote fabrieken rondrijden. Stadslogistiek is voor het bedrijf een groeimarkt, en daarvoor is geduld nodig. ‘Ik verwacht dat het vanaf het tweede kwartaal 2025 snel zal gaan. Dan zijn de zero-emissiezones in diverse gemeenten van kracht en is hopelijk de onzekerheid vanuit de overheid verdwenen.’ Hij rekent op een order van een supermarktketen en verwacht veel van een samenwerking met leasemaatschappij Ayvens, die de Spijkstaal-LEV in het aanbod heeft opgenomen.
Aanhoudende onzekerheid
De hype rond miniwagentjes, elektrische bakfietsen en andere nul-uitstootvervoersmiddelen lijkt alweer voorbij. In Nederland is nog veel onduidelijkheid of en hoe je lichte elektrische voertuigen (LEV) mag gebruiken. De kleine vrachtwagentjes mogen gewoon de weg op, maar voor andere kleine elektrische voertuigen is een pakket regels in de maak. Die regels zijn uitgesteld en de aanhoudende onzekerheid remt voorlopig de inzet voor stadsdistributie, die geholpen zou zijn met minder grote, vervuilende voertuigen.
Het geharrewar rond de invoering van de zero-emissiezones helpt ook niet. Vanaf 2025 voeren veertien gemeenten zo’n zone in, negentien andere gemeenten volgen later. Maar PVV-staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu wil een langere overgangsperiode én dat er volgend jaar nog geen boetes worden uitgedeeld, tot woede van de gemeenten.
De onduidelijkheid van de overheid is zeker een remmende factor, zegt Roy Driessen, segmentdirecteur bedrijfswagens van leasemaatschappij Ayvens. ‘Elke keer als de staatssecretaris weer een statement geeft, en de gemeenten daar weer op reageren, staat bij ons de telefoon roodgloeiend. Niet alleen vanuit kleine ondernemers, maar ook vanuit de grote corporates.’ Volgens Driessen voelen juist de voortrekkers die al hebben geïnvesteerd in een elektrische vloot, zich benadeeld nu vlak voor de invoering van de zero-emissiezones er nog aan wordt gemorreld.
Dit jaar is slechts zo’n 10% van de 68.000 nieuw geregistreerde bedrijfswagens in Nederland elektrisch. Driessen ziet ‘veel ondernemers nog een laatste ronde voor een schone diesel kiezen, waarmee ze nog een paar jaar de zero-emissiezones in kunnen’. Bovendien vervalt volgend jaar de bpm-vrijstelling op bestelwagens voor ondernemers. Hij verwacht dat de transitie naar elektrisch en compact de komende jaren wel op gang zal komen.
Drukker en autoluwer
Het Haagse transportbedrijf Hubbel, dat meer dan twintig elektrische bestelbussen, laadbussen en vrachtwagens heeft, heeft zich moeten aanpassen. Het is in coronatijd snel groot geworden met bestellingen van Rituals, MediaMarkt en mkb-bedrijven. ‘Wij hadden verwacht dat de vraag na corona wel iets af zou nemen, maar we waren weer terug bij af’, zegt medeoprichter Robert Medenblik. ‘De emissievrije bezorging die er nog was, gebeurde met fietskoeriers.’
Het bedrijf benadrukt tegenwoordig niet meer dat het emissievrij bezorgt, maar richt zich op bedrijven die merken dat de stad drukker en autoluwer wordt. Het brengt nu spullen de stad in voor facilitaire bedrijven, IT-bedrijven en andere klanten. ‘Dat is onze redding geweest.’
Voor vrachtwagens zijn de allerhande lichte elektrische voertuigen geen alternatief, zegt Walther Ploos van Amstel, lector stadslogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam. ‘In Amsterdam heb je dan 250.000 cargobikes nodig. Iedere dag.’ De steeds drukker wordende stad is volgens hem meer geholpen met grotere elektrische bestelbussen. ‘Je kunt beter met één grote rijden, dan met verschillende kleintjes. Die kleine elektrische voertuigen waren een hype, vijf jaar geleden.’
‘Politiek is spelbreker’
Het gebruik van bakfietsen voor transport gaat ook nog niet zonder problemen. ‘Ik hoor vaak verhalen over gezeik met die fietsen, die steeds kapot zijn en de verwachte levensduur niet halen’, zegt Edwin Renzen van Mobilitum, fabrikant van elektrische voertuigen. ‘Die fietsen gingen in het begin te vaak kapot’, beaamt Jos Sluijsmans van Fietsdiensten.nl en organisator van het International Cargo Bike Festival. ‘Dat komt omdat die gemaakt waren voor gezinnen en niet voor vrachtvervoer. Ze zijn nu aangepast.’
Sluijsmans merkt dat het nog niet zo hard gaat met emissievrij vervoer als verwacht. ‘Er is juist een hausse geweest in de verkoop van dieselbussen die de komende jaren nog overal mogen komen. Het huidige kabinet werkt niet mee. De politiek is de grote spelbreker. De regels rond lichte elektrische voertuigen zouden eerst al in 2023 worden ingevoerd, maar dat laat op zich wachten. Door die onduidelijkheid zeggen ondernemers: ik kijk het nog wel even aan.’ Door de jaren heen ziet hij wel een gestage groei van elektrische wagentjes en vrachtfietsen.
Volgens RAI Vereniging, die verwacht dat kleine elektrische voertuigen een plek krijgen naast de bestelwagens, is het belangrijk dat de overheid snel duidelijkheid verschaft over de toelating en het gebruik op de weg van de voertuigen. ‘Dat gaat over de technische eisen die gelden voor deze nieuwe voertuigen, maar ook voor de verkeersregels’, zegt een woordvoerder. ‘Willen we deze voertuigen op de rijbaan of op het fietspad?’
Pragmatische oplossingen
Bedrijven wachten daar niet op. Installatiebedrijf Vandorp heeft vijf jaar geleden in Rotterdam een tak opgericht voor stadsvervoer, zodat monteurs met de fiets, openbaar vervoer of elektrisch vervoer naar klanten kunnen. ‘Onze monteurs moeten voor onderhoud en reparaties vaak in de stad zijn’, zegt marketingdirecteur Paul van Dorp. ‘Dan moeten ze lang in de file staan en eenmaal in de stad is het moeilijk om een parkeerplaats te vinden. Monteurs zijn schaars, dus werd gezocht naar een oplossing.’
Het bedrijf begon met fietsen van de pizzakoeriersdienst en die zijn nog steeds in gebruik. Daarnaast zijn er vier elektrische driewielers van Carver en voertuigen van Stint aangeschaft, die beide failliet gingen. Verder zijn er bakfietsen van Urban Arrow gekocht. ‘Dat was allemaal om een oplossing te vinden voor het probleem om de drukke stad in te komen’, zegt Van Dorp. ‘Pas later zijn we aangesloten bij de zero-emissiebeweging. Dat kon toen vrij makkelijk.’